Innovatie

UMCG: Patiënten na behandeling huidkanker positiever over kwaliteit van leven

De kwaliteit van leven van patiënten met melanoom gaat niet achteruit door onderzoek van de schildwachtklier, of zelfs verwijdering van alle regionale lymfklieren. Sterker nog: deze patiënten hebben een betere kwaliteit van leven dan de algemene bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van chirurg-oncologen van het Universitair Medisch Centrum Groningen dat wordt gepubliceerd in het tijdschrift Annals of Surgical Oncology. Ook ontdekten zij een nieuwe methode om de kans op terugkeer van melanoom beter in te schatten.


Leestijd: 3 minuten

Melanoom is een kwaadaardige vorm van huidkanker die kan ontstaan uit moedervlekken. De ziekte kan uitzaaien in het lichaam via het lymfestelsel, een vatenstelsel dat belangrijk is voor het afweersysteem. De schildwachtklier is de eerste lymfeklier waar kwaadaardige cellen terechtkomen. Daarom wordt deze klier bij patiënten met melanoom onderzocht. Bevat de schildwachtklier geen kankercellen, dan kan worden aangenomen dat er helemaal geen uitzaaiing heeft plaatsgevonden. Bevat de schildwachtklier wel kankercellen, dan worden alle regionale lymfklieren verwijderd. Het aantal gevallen van melanoom neemt in Nederland nog steeds toe: van 11.8 op 100.000 in 1995 tot 19.4 in 2005.
Andere kijk
Noch biopsie van de schildwachtklier, noch verwijdering van de regionale lymfklieren heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten met melanoom, zo blijkt uit een studie van UMCG-onderzoekers onder leiding van prof. dr. Harald Hoekstra. De patiënten rapporteerden zelfs een betere kwaliteit van leven dan een controlegroep uit de algemene bevolking. Hoekstra: “Wat meespeelt is dat de onderzochte patiënten een relatief kleine ingreep hadden ondergaan, en een goede levensverwachting hadden. Verder is hun kijk op het leven wellicht veranderd. We denken dat ze de kwaliteit van hun leven na de ingreep vergelijken met die in de periode waarin ze ziek waren. Vermoedelijk komen ze daardoor tot een positiever oordeel dan mensen die niet ziek zijn geweest.”
Vier groepen
Voor het onderzoek werden in totaal 116 patiënten onderzocht, die werden verdeeld over vier groepen. Bij alle patiënten werd een huidtumor operatief verwijderd; geen van deze patiënten hoefde te worden bestraald of behandeld met chemotherapie. In twee groepen werd de schildwachtklier enkel onderzocht; in twee groepen werden, nadat in de schildwachtklier kankercellen werden gevonden, alle regionale lymfklieren verwijderd, ofwel in de lies, ofwel in de oksel. Na afloop van de ingreep werd de kwaliteit van leven van de patiënten onder meer onderzocht met behulp van een vragenlijst. Deze resultaten konden worden vergeleken met uitkomsten van eerder onderzoek naar de kwaliteit van leven van een normgroep uit de algemene bevolking.
Minder moe
Dat de patiënten de kwaliteit van hun leven positiever beoordelen dan de algemene bevolking, is opzienbarend. Dit omdat kankerpatiënten doorgaans met zowel fysieke als psychische problemen worden geconfronteerd, waaronder lichamelijke beperkingen en angst voor terugkeer van de ziekte. Ook kampen veel kankerpatiënten met vermoeidheid. Opmerkelijk genoeg klaagden de patiënten uit dit onderzoek minder over vermoeidheid dan mensen uit de algemene bevolking. Patiënten bij wie de schildwachtklier was verwijderd hadden relatief de meeste klachten, met name de groep waarbij de klier in de oksel was verwijderd. Hoekstra: “Dat heeft ons verrast, omdat algemeen wordt aangenomen dat juist verwijdering in de lies de meeste complicaties oplevert. Vanaf nu kunnen we onze melanoompatiënten dus beter voorlichten over wat ze na de ingreep te wachten staat.”
Risico op terugkeer
Uit een ander onderzoek onder leiding van prof. dr. Hoekstra, dat ook wordt gepubliceerd in de Annals of Surgical Oncology, blijkt dat de tumormarker S-100B een belangrijke rol kan vervullen bij de behandeling van melanoom. Mede op basis van deze marker, een eiwit in het bloed, kan het risico op terugkeer van de ziekte bij patiënten met klinisch vastgestelde regionale klier metastasering van het melanoom (stadium III) beter worden ingeschat. Dergelijke patiënten zullen mogelijk in de toekomst baat kunnen hebben van aanvullende chemotherapie of immunotherapie.