De pastels laten veel motieven en symbolen zien die ook in zijn schilderijen dikwijls voorkomen, associatieve tekens die in veel gevallen in directe relatie tot elkaar zijn weergegeven. De lemniscaat, symbool voor het evenwicht tussen het geestelijke en stoffelijke, verwijst in ‘Kuipers’ werk tevens naar een zich oneindig herhalende dynamiek. Motieven als de kaars en de hellende afgrond appelleren aan eindigheid, dreiging en ondergang. Andere steeds terugkerende motieven zoals lettertekens laten zich minder eenvoudig duiden en lijken vooral het vervreemdende karakter van de beelden te willen benadrukken. De serie pastels laat zich begrijpen als een emotioneel spel met betekenissen, waarmee de kunstenaar diepere innerlijke conflicten blootlegt door de rationele wil te doorgronden en het inzicht van de onmogelijkheid daartoe en, daaruit voortvloeiend, tussen ontluistering en berusting, onbehagen en troost.
Samenwerking
De tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Centrum Beeldende Kunst en Stichting Beeldlijn die een film over de kunstenaar produceerde.