In de open brief stelt Jeroen de Willigen dat het niet zo’n eenvoudige klus voor haar zal worden om stadsbouwmeester te zijn, omdat Groningen een stad is in de groei. Hij vergelijkt Groningen met een puber, die soms opstanig is, maar soms ook mooie ideeën heeft. Soms overmoedig is, en soms wat last heeft van een onterecht minderwaardigheidscomplex. De Willigen:
‘Ik geef u mee dat het helpt om het gedrag van de stad (Groningen) te beschouwen als dat van een puber. Op dit moment is ze bezig in een versneld tempo volwassen te worden, ze groeit snel in grootte en kwaliteit. Net als een puber denkt de stad Groningen overigens allang volwassen te zijn en het allemaal zelf te kunnen. Ze eigent zich een grote mate van zelfstandigheid toe. Vaak is dat onterecht, maar minstens zo vaak kan ze verrassend goed op eigen benen staan. Deze jeugdige overmoed gaat overigens gepaard met een latent minderwaardigheidscomplex – ook hier gaat de vergelijking met een adolescent op’
Liefde voor Groningen
Dat Jeroen de Willigen zijn kritische woorden over architectuur uit uit liefde voor Groningen blijkt uit zijn slotzin:
“Rest mij u een vruchtbare en plezierige tijd als stadsbouwmeester toe te wensen. Pas een beetje op onze stad en houd ervan zoals u nog nooit van iets heeft gehouden. Het maakt uw werk niet makkelijker, maar wel beter.”
Voor het hele artikel van De Willigen op de website van Platform Gras: klik hier