Sinds het begin van de besprekingen is het proces gekweld door vertragingen. Het systeem is van plan om een nieuwe regelgeving te ontwerpen, waarbij een vergunningsproces beschikbaar wordt gesteld met een beoordelingstermijn van zes maanden voordat de operators weer op de markt kunnen komen. De aanvankelijke voorspelling was dat midden 2020 een mogelijke starttijd voor de markt zou zijn, maar eind 2019 werd dit verschoven naar begin 2021.
Als gevolg van coronagerelateerde administratieve vertragingen en de voortzetting van het interne debat over de beste koers van het beleid, werd deze startdatum vorige maand doorgeschoven naar juli 2021, waarbij de aanvraag pas in januari 2021 beschikbaar kwam.
Daarnaast zijn er door de vertragingen van vorige maand extra voorwaarden aan de operatoren gesteld, waaronder het leeghalen van alle bestaande consumentendatabases van Nederlandse klanten. Critici stellen dat dit de binnenlandse operatoren zal schaden en de markt aan de grotere internationale concurrenten zal geven.
Deze week is het mogelijke uitstel opnieuw aan de orde gesteld. Minister Dekker kondigde tijdens de zittingsvergaderingen aan dat vertragingen van "ongeveer enkele maanden" waarschijnlijk zijn, gezien het voortduren van de genoemde vertragingen en andere urgente zaken die de aandacht van de parlementsleden vragen.
Een opvallende aankondiging heeft betrekking op de huidige gesloten markt. Op dit moment worden operators die betrapt worden op het aanbieden van gokdiensten aan de Nederlandse markt geconfronteerd met de sanctie van een afkoelingsperiode van twee jaar, waarin zij van de legale markt worden uitgesloten. In motie 83 van de Wet op de kansspelen op afstand wordt gevraagd deze periode te verlengen naar verhouding van de aanhoudende vertragingen. Dit zou betekenen dat de afkoelingsperiode zou verschuiven met de vertraging en de einddatum van de wetgeving, in plaats van de twee jaar die ingaan op het moment dat een operator de sanctie ontvangt. Om verdere vertragingen te voorkomen, zullen alle momenteel aangenomen voorstellen worden doorgestuurd naar de Tweede Kamer om goedgekeurd te worden bij stemming.