Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het samenlevingscontractpopulair. We gingen steeds vaker ongehuwd samenwonen en dat bracht, zonder iets op papier, nogal eens vervelende situaties met zich mee. Met name als het misging, als mensen uit elkaar gingen of een van beiden kwam te overlijden.
Om die problemen voor te zijn werd het contract in het leven geroepen als meest laagdrempelige manier om de zaken financieel en juridisch op een gedegen manier te organiseren.
Er kan weliswaar zonder tussenkomst van notaris een samenlevingscontract worden opgesteld, maar bij het krijgen van een hypotheek of het partnerpensioen wordt er naar een officieel contract gevraagd en daar moet die notaris aan te pas komen.
Met slechts een bezoek aan de notaris en handtekeningen zijn de zaken geregeld. Een standaard samenlevingscontract kan, maar het is ook mogelijk om er eigen regels aan toe te voegen. Zo wordt een samenlevingscontract op maat gemaakt en de samenlevingscontract kosten zijn afhankelijk van de tarieven van de notaris en die eventuele wijzigingen of aanvullingen daarop.
Het is onder meer belangrijk dat bij overlijden duidelijk is tot wie het huis en het huisraad behoort. En hoe de verdere financiën zijn geregeld. Als er niets is geregeld erft de familie van de overledene een deel van de spullen en/of de woning. De partner heeft dan het nakijken. Dat ondervang je met op schrift te stellen dat de langstlevende de spullen erft. Alsook het huis. Daarnaast kun je in het contract opnemen wie welke kosten betaalt voor huur, hypotheek, huishouden en ga zo maar door.
Wie uiteindelijk toch uit elkaar besluit te gaan, kan dat door dit aan de notaris te melden. Voorts is het dan belangrijk om de gemaakte afspraken in het contract op te volgen. Dan is er uiteindelijk geen vuiltje aan de lucht. Een samenlevingscontract ontbinden is een stuk eenvoudiger dan scheiden via de advocaat of rechter. Zijn er ondertussen kinderen, dan moeten daar wel zaken voor geregeld worden, zoals een ouderschapsplan en alimentatie.