‘Gecrashte F-16 Sellingen vloog rechtdoor op 400 meter hoogte’

De minister zei in het Belgische parlement dat beelden van het Nederlandse militaire radarstation in Nieuw Millingen bevestigen dat beide F16’s rechtdoor en horizontaal vlogen op 400 meter hoogte. Dit is precies de minimumhoogte voor straaljagers in Nederland. De Raad van Toezicht op de Transportveiligheid, die het officiële onderzoek naar de toedracht van het ongeval doet, houdt de lippen op elkaar zolang het onderzoek loopt en kan de vlieghoogte dus niet bevestigen.Ultralight-vliegclub Westerwolde doet een eigen onderzoek naar het ongeluk en heeft andere informatie dan de Belgische minister. “Wij hebben uit getuigenverklaringen het stevige vermoeden gekregen dat de F16’s op 300 meter hoogte vliegen”, zegt directeur Piet van Luijt. “Belangrijker dan de precieze vlieghoogte, is de vraag waarom de piloten het vliegtuigje tot op het laatste moment niet zagen. Wij denken dat dit komt doordat de F16’s vlak voor de botsing nog roloefeningen deden. Verschillende getuigen op de grond hebben dat gezien”, aldus Van Luijt.Naar aanleiding van een onderzoek naar de botsing tussen een F-16 en een sportvliegtuigje in 1999 bij Etten-Leur, deed de Raad voor de Transportveiligheid (RvTv) april 2001 de aanbeveling om de vliegroutes van snelle straaljagers te scheiden van het langzamer recreatieve luchtvaartverkeer. De raad adviseerde ook om het gebruik van transponders voor burgervliegtuigen vanaf 400 meter hoogte verplicht te stellen, zodat ze op de radar zichtbaar zijn.De ministeries van Verkeer en Defensie namen deze aanbevelingen over. De minimumvlieghoogte voor straaljagers is eind vorig jaar van ongeveer 330 naar 400 meter hoogte bijgesteld. Het gebruik van transponders wordt vanaf deze zomer vanaf 400 meter hoogte verplicht gesteld in plaats van 500 meter, zoals nu het geval is.De RvTv zal over enkele maanden de doorslag geven over de precieze hoogte en toedracht van de botsing.