GasTerra wordt nog wel eens verward met de Gasunie. Maar de oude Gasunie zoals we die ooit kenden werd in het jaar 2005 gesplitst in twee volstrekt onafhankelijke bedrijven. Enerzijds het bedrijf dat zorgt voor de aan- en verkoop van het aardgas, dat werd GasTerra. En anderzijds een Gasunie in afgeslankte vorm, voor de infrastructuur en het transport.
Voor dit laatste onderdeel, de afgeslankte Gasunie, met als dochter Gasunie Transport Services (GTS), ziet de toekomst er zonnig uit, want het leidingennet blijft nog zeer lang nodig, voor transport van aardgas of in de toekomst voor transport van waterstof.
Maar met het sluiten van het Groningse gasveld werd geen toekomst meer voorzien voor GasTerra, het handelshuis, en daarom werd besloten om dit bedrijf in 2024 op te heffen.
Maar in de Tweede Kamer pleitten diverse fracties gisteren voor het alsnog overeind houden van GasTerra, mede naar aanleiding van de crisis in Oekraïne, zo meldt vandaag het Dagblad van het Noorden.
Volgens Kamerleden is er in de huidige situatie behoefte aan een bedrijf dat verstand heeft van het aankopen van aardgas.
Probleem is echter dat GasTerra voor 50 procent eigendom is van de overheid, en voor de overige 50 procent van Shell en Esso, dus de vraag is wat deze twee bedrijven er van vinden.
Minister Jetten toonde zich in elk geval welwillend ten aanzien van het idee om GasTerra toch te behouden en liet weten te zullen onderzoeken of het bedrijf toch kan blijven bestaan, aldus het Dagblad van het Noorden.